top of page
ABVV_concept3_210706_edited.png

CORONAFACTUUR

Surgical Mask

CORONAFACTUUR: Wie gaat dat betalen, wie heeft zoveel geld?

Er gaat vandaag heel veel geld naar het rechthouden van bedrijven en naar de economie. Dat redt jobs. 

Maar tegelijk maken we ons zorgen over de factuur achteraf, want die zal bepalen hoe ons leven er na corona zal uitzien. We willen niet weer jarenlang horen dat het geld op is.

Toen het virus het land in zijn greep hield, dreigde de economie als een kaartenhuisje in elkaar te storten. Om dat te voorkomen, kwam de overheid in een recordtempo met een hoop steunmaatregelen over de brug. Dat was nodig, maar de vraag rijst wie het geld voor deze coronafactuur zal mogen ophoesten? En hoe gaan we de grote -onvermijdelijke- investeringen verbonden aan de vergrijzing (zorgcrisis), de overgang naar een klimaatneutrale economie (klimaat- en energiecrisis) of de digitalisering (sociale/arbeidsmarktcrisis) aanpakken? Hoe gaan we dat prijskaartje op een rechtvaardige manier verdelen?

Bedrijven gered

Alleen al de Vlaamse overheid maakte 3,5 miljard euro vrij voor steunmaatregelen. Ruim 65% van middelen ging naar bedrijven en zelfstandigen, terwijl amper 15 à 20% naar sociale maatregelen ging. En helaas kwamen die maatregelen niet altijd terecht bij zij die er het meest nood aan hadden. Voor huurders, mensen in armoede of in precaire contracten werd er weinig gedaan. Bedrijven werden gered, terwijl werknemers het land rechthielden. 

 

Ook op federaal niveau werd het leeuwendeel van de fondsen in de economie gepompt. Al werd er ook aandacht besteed aan jobbehoud en de bescherming van werknemers. De buffer van de sociale zekerheid heeft zijn werk gedaan, bijvoorbeeld via de uitbreiding van het systeem van tijdelijke werkloosheid, maar toch was de financiële impact van de crisis heel ongelijk. Vele bedrijven en werknemers konden dankzij de steun het hoofd boven water houden, of merkten weinig verschil in inkomsten, terwijl anderen getroffen werden door een lange periode van loonverlies of ontslag. Voor sommigen was het zelfs de laatste druppel die hen over de rand van armoede duwde. Helaas stelden we in de aanloop naar het loonakkoord ook vast dat veel ‘essentiële beroepen’ plots niet zo essentieel bleken, alleszins toch niet bij de onderhandelingsmogelijkheden voor loonsverhogingen.

Niet alleen meer uitgaven,
ook minder inkomsten

De overheid maakte niet alleen middelen vrij, ze liepen ook inkomsten mis. Minder economische activiteit betekent immers minder geïnde belastingen. Daarnaast loopt de Vlaamse overheidsschuld fors op. Als er niets gebeurt, zal de Vlaamse overheidsschuld toenemen van 25,7 miljard euro in 2020 tot 34,1 miljard euro in 2021 en 47,8 miljard in 2024. Dat die put gedicht zal moeten worden is evident. Maar wie daarvoor zal opdraaien niet.

 

Er is nauwelijks een publiek debat over wie die last zal dragen. Spreken over belastingen lijkt voor de politiek in Vlaanderen taboe. Nochtans is er nood aan concrete voorstellen voor eerlijke bijdragen en rechtvaardige belastingen. Zolang dat debat niet gevoerd wordt, zullen het opnieuw de burgers en werknemers zijn die de rekening gepresenteerd krijgen. Voorgaande crisissen hebben aangetoond dat de factuur voor economisch problemen, vaak wordt doorgeschoven naar de samenleving. Gaan we ook nu weer besparen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid en openbare diensten om de redding van de economie te compenseren? Neen, wat ons betreft. De negatieve impact van die vroegere besparingen is trouwens ook duidelijk geworden tijdens de crisis.

Schuld aflossen en eerlijk bijdragen

Natuurlijk zijn er sectoren die nog steeds moeilijkheden ondervinden, maar de economie trekt weer aan. Het niveau van economische activiteit in ons land heeft ondertussen het peil van voor de crisis weer bereikt en zelfs overstegen. Nu bedrijven weer winst maken, is het moment aangebroken om na te denken over wie wat gaat bijdragen in de gemaakte en toekomstige kosten. Wat vragen we als samenleving terug van wie gered werd? En wat met bedrijven die juist zijn vooruitgegaan door de crisis, zoals bijvoorbeeld de technologiesector of de farmaceutische industrie? Gaan de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen? 

De dreigende factuur

Wat met de factuur die nog komt? Er wachten ons nog vele uitdagingen waarvoor er enorme investeringen nodig zijn. De overgang naar een klimaatneutrale economie bijvoorbeeld, die maakt dat er een grote inhaalbeweging nodig is om woningen energiezuinig te maken en dat de kosten voor meer hernieuwbare energie verdeeld moeten worden. Maar ook de noden in de zorg, die door de vergrijzing toenemen en de sociale effecten van digitalisering zullen inspanningen vergen. 

 

Als we niet nadenken over hoe we die factuur gaan verdelen, zullen we er allemaal alleen voor staan en zal er verder bespaard worden overheidsvoorzieningen. Dan zal een energiezuinige woning, duurzame mobiliteit, toegang tot dienstverlening, een goede job, kwaliteitsvolle zorg nog meer een voorrecht worden voor wie beschikt over een hoog inkomen of vermogen. 

bottom of page